Bezoek aan Dorplein


Bezoek aan Dorplein.

Op 20 augustus 2024 hebben 20 leden van de Seniorenvereniging een bezoek aan Dorplein gebracht. Het was mooi weer, zodat de meeste deelnemers op de fiets naar Dorplein zijn gegaan.
Bij gemeenschapshuis De Schakel werden we opgewacht door de gidsen. Voordat we met de rondleiding begonnen heeft een van de gidsen verteld hoe de Zinkfabriek in Budel terecht is gekomen.
De Belgische familie Dor komt uit Wallonië en is bekend in de mijnbouw. Twee broers, Emile en Lucien Dor, zijn ingenieurs die vanuit de mijnbouw deskundigheid hebben ontwikkeld op het gebied van zinkproductie. Op een gegeven moment willen ze een eigen zinkfabriek opstarten, een zwager, François  Sepulchre, doet mee als geldschieter. Ze zoeken in België en Frankrijk naar een geschikte ruimte voor de bouw van een nieuwe zinkfabriek. Dat lukt niet om allerlei redenen. Net over de grens in Nederland blijkt er wel een geschikt gebied te zijn. Van de gemeente Budel kopen ze in 1892 ruim 600 hectaren slechte grond (moeras, water en zandverstuivingen) voor een bedrag van ca. 11000 Euro.

Toen de grond was verkregen moesten plannen gemaakt worden om deze begaanbaar te maken, er waren geen wegen in dit woeste gebied. Er moest plaats gezocht worden voor het vestigen van de fabriek en voor de huisvesting van mensen die in de fabriek gingen werken. Emile Dor heeft dit allemaal getekend en gepland: zowel de wegen, het spoor en de plaatsen voor de fabriek en de opzet van het dorp dat zou ontstaan.

Met een snelheid die tegenwoordig niet meer voor te stellen is, ging men aan de slag. Al in 1893 werd de eerste zink in de fabriek geproduceerd door 150 medewerkers. Er ontstond een soort vrijstaat waarin alles door de fabriek werd georganiseerd en ontwikkeld. De fabriek zorgde overal voor. Onderdak en verzorging voor de werknemers en later ook voor de gezinnen van de werknemers. Er was een kapel met een door de fabriek aangestelde rector. Er werden boerderijen gesticht voor de verbouw van het voedsel voor deze zelfvoorzienende gemeenschap. Ook werd er toezicht geregeld voor de handhaving van de door de fabriek gestelde regels.

Na deze eerste uitleg zijn we in twee groepen met een gids door Dorplein gaan lopen om te zien wat er sinds 1892 in het door Emile Dor ontworpen plan met de naam “Le Projet de Dorplein” is ontstaan en wat daar nu nog van over is: Dorplein heeft 20 Rijksmonumenten!!

De ontwikkeling van dit gebied begon met de aanleg van een smalspoor van het station aan de “IJzeren Rijn” in Budel Schoot tot aan de fabriek voor het transport van materialen en personeel. Ter herinnering hieraan is een stukje  smalspoor teruggebracht met daarop een gestileerde kopie van het stoomlocomotiefje  “t Machientje” genaamd, dat hier heeft gereden.

Belangrijk in het nieuwe fabrieksdorp was de bouw van Hotel St. Joseph, ook wel “De Cantine” genoemd, in de periode 1896 -1898.  In dit enorme gebouw konden de alleenstaande mannen die in de fabriek kwamen werken, onderdak krijgen. Maar naast deze pensionfunctie waren er veel meer facilitaire voorzieningen in dit gebouw voor de inwonende mannen en het dorp in opbouw: een winkel, een café-restaurant, wasserij, bakkerij, ziekenzaal, pensionaat, klooster, school en kapel. Er was een ontspanningszaal voor wel 600 personen, die had een tot in de wijde omtrek geroemde akoestiek.
Het beheer was toevertrouwd aan de zusters van de H. Carolus Borromeus uit Nancy (tot 1932), onder supervisie van de familie Dor.

De witte villa is het huis dat Ir. Emile Dor heeft laten bouwen om zelf te wonen. Links van de villa staat een woning die bestemd was voor het personeel. Achter het huis is een tuin in Engelse landschapsstijl.

Opvallend zijn de verschillen tussen enerzijds de directie-woningen met grote parken en de huizen voor de hogere beambten en anderzijds de verder naar achteren gebouwde woningen voor de arbeidersgezinnen. Behalve de wit gepleisterde  “witte villa” zijn die allemaal gebouwd in een prachtige Waalse architectuur met opvallend metselwerk en grote dak-overstekken. Bijzonder zijn ook de arbeiderswoningen die in blokken van vier met de rug tegen elkaar zijn gebouwd. Iedere woning heeft een grote tuin naast en voor het huis, daar is plaats voor hokken voor varkens en kippen en voor de verbouw van groente en fruit. De gezinnen van deze arbeiders kunnen zo geheel zelfvoorzienend zijn.

Tijdens de wandeling werden de functies van diverse gebouwen toegelicht: het gebouw van de rector, de boerderij, de voormalige villa van een van de nazaten van de familie Dor waar later de laatste zusters hebben gewoond, toen ze hun taken in de Cantine hadden beëindigd. In het plan Dorplein was zelfs een soort gevangenis opgenomen, het Prisonneke, waar de Gard (de eigen veldwachter) overtreders van de dorpsregels tijdelijk kon opsluiten.

In 1956 heeft de Zinkfabriek een nieuwe kerk laten bouwen, die inmiddels alweer een aantal jaren aan de RK eredienst is onttrokken. De toekomstige functie van dit gebouw is nog niet bekend. Achter deze kerk tegen de rand van het kerkhof bevindt zich een indrukwekkend oorlogsmonument. Hier zijn zes mensen begraven die na een sabotagedaad op 5 september 1944 door de Duitsers op een gruwelijke manier zijn vermoord.

Opvallend is dat Dorplein een dorp is met geweldig veel ruimte, groen en natuur en alles met een bijzonder verhaal!

Na een wandeling van twee en een haf uur hebben we de gidsen bedankt voor hun verhalen en hebben we de middag afgesloten met het genot van een kop koffie of thee en lekker gebak in Jorine’s theetuin.